top of page
carpal-tunnel-syndrome_edited_edited.jpg

Carpale Tunnel Syndroom

Het carpaal tunnelsyndroom wordt veroorzaakt door een beknelling van de nervus medianus in de pols. Klachten bestaan uit tintelingen, een doof of pijnlijk gevoel in met name de duim, wijs-, middel- en deels de ringvinger. Soms is er sprake van krachtsverlies en een verdoofd gevoel in de vingertoppen. De pijn kan uitstralen naar de onderarm, elleboog en schouder. Aanvullend onderzoek zoals een EMG (elektromyografie) kan worden aangevraagd om de zenuwgeleiding in beeld te brengen.

Klachten

  • De meest voorkomende klachten zijn:

  • Tintelingen en een doof gevoel in duim, wijs- en middelvinger

  • Nachtelijke klachten, vaak verlicht door met de hand te ‘wapperen’

  • Pijn in de hand

  • Klachten overdag bij bepaalde activiteiten of langdurig dezelfde houding

  • In een later stadium: krachtverlies of het verdwijnen van de duimmuis

Behandeling:  conservatief

  • Handtherapie

  • Nachtspalk

  • Corticosteroïdinjectie (toegediend door de arts)

Na de operatie

Je hand krijgt een verband en je arm wordt tijdelijk ondersteund met een mitella.Het is raadzaam de hand in de eerste week hoog te leggen, ook ’s nachts, bijvoorbeeld op een kussen.Om stijfheid door littekenweefsel te voorkomen, is het belangrijk direct na de operatie voorzichtig met de vinger te oefenen.

​

Mogelijke complicaties: 

  • De kans op complicaties is klein, maar ze kunnen voorkomen:

  • Stijfheid of verminderde beweeglijkheid

  • Chronisch pijnsyndroom

  • Infectie

  • Bloeduitstorting

  • Overmatige littekenvorming of verklevingen

  • Beschadiging van een zenuwtakje in het operatiegebied

Oorzaken

  • CTS kan verschillende oorzaken hebben, zoals:

  • Hormonale veranderingen (zwangerschap, overgang)

  • Langzaam werkende schildklier

  • Herhaalde of krachtige polsbewegingen

  • Reuma

  • Suikerziekte

  • Polsbreuk

  • Erfelijke aanleg

Behandeling: operatief

  • Bij ernstige of langdurige klachten kan een operatie nodig zijn.

  • Korte ingreep onder plaatselijke verdoving

  • Kleine snede in de handpalm, waarna de carpale tunnel wordt geopend

  • Direct na de operatie naar huis

  • Nachtelijke tintelingen verdwijnen vaak snel; klachten overdag verbeteren geleidelijk

​

​

Stop bij voorkeur 8 weken vóór en na de operatie met roken. Meld altijd gebruik van bloedverdunners.

Hertsel en Nabehandeling

Blijven bewegen is essentieel voor een goed herstel. Bij zwaar lichamelijk werk, sport of hobby’s waarbij de duim veel wordt belast, kan het nodig zijn tijdelijk te pauzeren of een spalk, brace of tape te gebruiken. Soms wordt handtherapie aangeraden. Samen met de handtherapeut wordt een persoonlijk herstelplan opgesteld.

bottom of page