top of page

Ligamentair letsel Duim (Skiduim)

Een skiduim is een scheur van een belangrijk bandje aan de binnenkant van de duim. Dat bandje zorgt ervoor dat de duim stevig blijft bij het vastpakken.

Het letsel ontstaat vaak doordat de duim naar buiten klapt, bijvoorbeeld bij skiën, sporten of een val.

Klachten

Klachten

Direct na het letsel ontstaan meestal:

  • pijn en zwelling,

  • vaak een bloeduitstorting,

  • en een verminderde beweeglijkheid van de duim.

Wanneer een skiduim niet of onvoldoende behandeld wordt, kan dit later leiden tot instabiliteit van het gewricht. Dit gaat vaak gepaard met pijn, krachtsverlies en op de lange termijn zelfs slijtage (artrose) van het gewricht.

Behandeling: Niet operatief 

Wanneer het gewricht stabiel is, kan worden volstaan met een op maat gemaakte spalk, die 4–6 weken gedragen wordt. Dit wordt gecombineerd met handtherapie.

  • Na ongeveer 8–12 weken mag de duim weer volledig belast worden.

  • Bij fysiek zwaar werk, intensieve sport of belastende hobby’s kan het nodig zijn de duim langer te beschermen met een brace of tape.

  • Samen met de handtherapeut wordt hiervoor een persoonlijk plan opgesteld.

Behandeling: Operatief

Operatieve behandeling

Een operatie is nodig als:

  • het gewricht instabiel is,

  • er een stukje bot met het bandje is afgescheurd,

  • of wanneer een peesje vastzit tussen de uiteinden van het gescheurde bandje (Stener-laesie).

Mogelijkheden tijdens de operatie:

  • Het afgescheurde bandje kan met een botanker opnieuw worden vastgezet.

  • Bij een scheur in het midden kan het bandje gehecht worden met hechtdraad.

  • Indien er een botbreuk is, kan het botfragment met een schroefje of pennetje worden gefixeerd.

  • Bij langdurige of slecht herstelbare scheuren kan een reconstructie nodig zijn met een pees uit de onderarm. Dit veroorzaakt een klein litteken, maar geen functiebeperking.

  • Bij bestaande kraakbeenslijtage is herstel niet zinvol; dan wordt het gewrichtje vaak vastgezet (arthrodese) om pijn te verminderen. 

  • Na de operatie

  • U krijgt een (gips)spalk en een mitella voor rust.

  • Houd de hand in de eerste week hoog, ook ’s nachts (bijv. op een kussen).

  • Beweeg schouder, elleboog en vingers regelmatig.

  • De wond wordt gesloten met oplosbare of niet-oplosbare hechtingen. Niet-oplosbare hechtingen worden na 10–14 dagen verwijderd.

Mogelijke complicatie

Zoals bij elke operatie kunnen complicaties optreden, waaronder:

  • stijfheid,

  • chronisch pijnsyndroom (CRPS),

  • infectie of bloeduitstorting,

  • blijvende instabiliteit,

  • zenuwbeschadiging met veranderd gevoel in (een deel van) de duim.

bottom of page