Ligamentaire letsels Pols

De pols en de middenhandsbeentjes hebben een zeer complexe anatomie en zijn met meerdere ligamenten (banden) onderling verbonden. Deze banden zorgen voor:

stabiliteit van de pols,
soepele draaibewegingen van de onderarm (zoals bij het draaien van een sleutel of een deurklink),
en demping van krachten tussen onderarm en hand.

Door valtrauma, repetitieve bewegingen of slijtage kunnen bij deze structuren pijnklachten en instabiliteit optreden tijdens het functioneren.

Meest voorkomende ligamentaire letsel zijn:

TFCC-letsel (Triangulair FibroCartilage Complex) van de pols, is een kraakbeen- en ligamentstructuur aan de kleine vingerzijde van de pols.

SL-letsel

LT-letsel

Klachten

Pijn aan de kleine vingerzijde van de pols, vooral bij draaien of belasten
Zwelling of soms een doffe pijn in de pols,
Een gevoel van instabiliteit of “doorzakken” van de pols,
Verminderde grip of kracht bij vasthouden van voorwerpen,
Soms klikken of een knappend gevoel bij beweging

Behandeling

1. Niet-operatief

Rust en spalk: de pols kan tijdelijk worden ondersteund met een spalk of brace.
Medicatie: pijnstillers of ontstekingsremmers.
Fysiotherapie: oefeningen om de polsfunctie te verbeteren, gripkracht te herstellen en pijn te verminderen.

Veel patiënten herstellen goed zonder operatie, vooral bij milde scheuren.
2. Operatief
Een operatie kan nodig zijn als:

de pols blijft pijn doen,
het gewricht instabiel is,
conservatieve behandeling onvoldoende resultaat geeft.

Operatiemogelijkheden:

Arthroscopische reparatie: via kleine kijkgaatjes wordt het scheurtje gehecht of het losse gedeelte verwijderd.
Open reconstructie: bij complexere scheuren of beschadigingen.

Herstelperiode

Bij een operatie krijgt u een spalk of mitella voor rust en bescherming.

Fysiotherapie start meestal kort na de operatie.

De meeste patiënten kunnen de pols na 8–12 weken weer volledig belasten.

Bij zwaar werk of sport kan het langer duren voor volledig herstel; een beschermende spalk of tape kan nodig zijn.

Maak een Afspraak

Delta Plastische & Handchirurgie

Ligamentaire letsels Pols

Pijn aan de kleine vingerzijde van de pols, vooral bij draaien of belasten​

Zwelling of soms een doffe pijn in de pols,​

Een gevoel van instabiliteit of “doorzakken” van de pols,​

Verminderde grip of kracht bij vasthouden van voorwerpen,

Soms klikken of een knappend gevoel bij beweging

​ 1. Niet-operatief

Rust en spalk: de pols kan tijdelijk worden ondersteund met een spalk of brace.

Medicatie: pijnstillers of ontstekingsremmers.

Fysiotherapie: oefeningen om de polsfunctie te verbeteren, gripkracht te herstellen en pijn te verminderen.

Veel patiënten herstellen goed zonder operatie, vooral bij milde scheuren. 2. Operatief Een operatie kan nodig zijn als:

de pols blijft pijn doen,

het gewricht instabiel is,

conservatieve behandeling onvoldoende resultaat geeft.

Operatiemogelijkheden:

Arthroscopische reparatie: via kleine kijkgaatjes wordt het scheurtje gehecht of het losse gedeelte verwijderd.

Open reconstructie: bij complexere scheuren of beschadigingen.

Bij een operatie krijgt u een spalk of mitella voor rust en bescherming.​​ Fysiotherapie start meestal kort na de operatie.​​​

De meeste patiënten kunnen de pols na 8–12 weken weer volledig belasten.​​​ Bij zwaar werk of sport kan het langer duren voor volledig herstel; een beschermende spalk of tape kan nodig zijn.

Pijn aan de kleine vingerzijde van de pols, vooral bij draaien of belasten

Zwelling of soms een doffe pijn in de pols,

Een gevoel van instabiliteit of “doorzakken” van de pols,

1. Niet-operatief

Veel patiënten herstellen goed zonder operatie, vooral bij milde scheuren.
2. Operatief
Een operatie kan nodig zijn als:

Bij een operatie krijgt u een spalk of mitella voor rust en bescherming.

Fysiotherapie start meestal kort na de operatie.

De meeste patiënten kunnen de pols na 8–12 weken weer volledig belasten.

Bij zwaar werk of sport kan het langer duren voor volledig herstel; een beschermende spalk of tape kan nodig zijn.